Geschikt voor brandwerende kozijnen
nee
Duurzaamheidsklasse
3-4 ( voor Gerutu)
λ-waarde (Lambdawaarde of thermische weerstand)
Onbekend (wordt niet genoemd op SKH publicatie 99-05)
Brandvertragend te impregneren naar Euroklasse B
Nee (nog niet getest)
Thermisch te modificeren naar een hogere duurzaamheidsklasse
Momenteel niet mogelijk
Kleur en bijzonderheden
Het kernhout is vers bijna wit of roze, na-kleurend van geel tot licht geelbruin, soms met een roze tint. Gerutu is iets donkerder, rose-geelbruin van kleur. Het 50-80 mm brede spint is iets lichter van tint dan het kernhout, soms nauwelijks van het kernhout te onderscheiden. De structuur van White seraya en Gerutu is vrij regelmatig zonder een uitgesproken tekening. Op het houtoppervlak zijn vaak witachtige lijntjes zichtbaar als gevolg van tangentiaal (dosse) gerangschikte rijen gomgangen die een witte inhoud hebben. Het geslacht Parashorea wordt in twee groepen ingedeeld. De soorten met een lage volumieke massa heten white seraya, de zwaardere soorten worden onder de naam gerutu verhandeld. Gerutu is lichtbruin tot bruin. Het licht geelbruine spint is duidelijk te onderscheiden van het kernhout. In het hout kunnen zich pin holes bevinden van natboorders die na droging geen gevaar vormen voor verdere aantasting.
Geschikt voor toepassingen in houten gevelelementen (kozijnen, ramen, deuren)
Gerutu is genoemd in SKH-publicatie 99-05, wat betekent dat kozijnen met KOMO-productcertificaat kunnen worden vervaardigd.
Bewerkbaarheid
Met scherp gereedschap en met een snijhoek van 20° bij het schaven is het hout glad af te werken. Bij de bewerking bestaat er tussen de soorten onderling wel enige verschil, afhankelijk van de vollumieke massa. Bij bewerking van het kwartierse vlak kan inspringsel ontstaan indien het hout kruisdradig is.
Spijkeren en schroeven
Goed
Lijmen
Goed
Be- en verwerkingsadvies
De aanbevolen snijhoek is 20°. Scherp snijgereedschap is hierbij wel aanbevolen.